Grieken uit de euro! Een Europese begrotingscommissaris die overheden met een
gat in de hand tot de orde roept.
De Nederlandse regering liet deze week duidelijk van zich horen in het debat
over de toekomst van de euro. Het voorstel van premier Rutte om een
‘begrotingstsaar’ te installeren in Brussel die geldverslindende overheden
tot de orde roept, verdient zeker steun.
Huizenbubbels
Maar bij de harde taal vanuit Nederland, Duitsland en Finland past ook enige
nuancering. Waar je van Griekenland kunt nog zeggen dat er ronduit sprake is
geweest van bedrog en vervalsing van statistieken, heeft de financiële
crisis in Ierland, Portugal en Spanje geheel andere achtergronden.
In Ierland bijvoorbeeld is na 2007 een enorme zeepbel op de huizenmarkt
geklapt. De explosie van de overheidsschuld is een direct gevolg van de
nationalisering van omvallende banken. Spanje heeft op zijn beurt
projectontwikkelaars te lang laten doorbouwen, zodat ook daar een grote
huizencrisis is ontstaan.
Begroting op drift
Om een idee te krijgen of regeringen van eurolanden zich een beetje gedragen
hebben de afgelopen jaren, is het niet alleen relevant om te kijken naar de
huidige stand van het begrotingstekort en de staatsschuld. Verhelderend is
ook de ontwikkkeling van overheidssaldi in de afgelopen jaren.
Zo geeft deze
grafiek een beeld van de verzwakking van het begrotingssaldo van
eurolanden tussen 2007 en 2010
Kijk je naar de eerste zeven plaatsen op het lijstje dan zitten Ierland,
Spanje en Portugal bij de vertrouwde zondaars. Ierland is in drie jaar tijd
van begrotingsevenwicht naar een tekort van 32 procent gegaan, Spanje van
een overschot van 1,9 procent naar een tekort van 9,2 procent, en Portugal
van een tekort van drie procent naar een tekort van 9 procent.
Nederlandse zonde
Opvallend genoeg zit echter ook Nederland in de top zeven, met een
verslechtering van het begrotingssaldo met 5,6 procentpunt in drie jaar
tijd. Dat heeft naast oplopende uitgaven voor sociale uitkeringen en lagere
belastinginkomsten, ook te maken met het feit dat de Nederlandse staat zwaar
heeft moeten bijspringen om banken als ING, ABN Amro, Fortis, SNS Reaal en
verzekeraar Aegon overeind te houden. Dat zorgde voor een hogere
staatsschuld en extra rentelasten.
De crisis van 2008 en 2009 heeft ook in Nederland een min of meer verborgen
risico manifest gemaakt: door de omvang van de financiële sector loopt de
overheid grote risico's als Nederlandse banken en verzekeraars in de
problemen raken. Vraag is dan ook of premier Rutte gaat luisteren als een
toekomstige Europese begrotingscommissaris Nederland daarop zou aanspreken.
Italië
Kijk je naar de toename van staatsschulden van eurolanden sinds 2007, dan
rolt deze
grafiek eruit. Die toont bekende namen als Ierland, Griekenland,
Portugal en Spanje, waar de staatsschuld fors is opgelopen.
Maar vlak daarna komen Duitsland, Frankrijk en Nederland. Ook daar is de
staatsschuld sinds 2007 met zo'n 17 tot 18 procentpunt toegenomen, afgezet
tegen het bruto binnenlands product.
Italië, dat dezer dagen zwaar onder vuur ligt, heeft de staatsschuld de
afgelopen jaren minder hard laten oplopen dan Nederland. Al kom je daarmee
ook meteen bij de crux van de huidige crisis. Landen als Griekenland, Spanje
en Italië stonden er in 2007 al zo zwak voor, dat ze de financiële crisis
van 2008 en de recessie van 2009 er moeilijk bij konden hebben.
De Italiaanse staatsschuld mag dan minder hard zijn opgelopen dan de
Nederlandse, het niveau van 119 procent van het bruto binnenlands product is
uiteraard veel te hoog.
Schone handen?
Toch past bij alle terechte kritiek op de zuidelijke eurolanden enige
bescheidenheid. Nederland, met z'n opgeblazen financiële sector, en
Duitsland, dat in 2004 mede het Stabiliteitspact voor de euro opblies, zijn
zelf evenmin brandschoon.
Lees ook:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl